In Beeld: Autobedrijf Joh. Schaap Callantsoog

In Beeld: Al 50 jaar samen onderweg met AutoCrew Joh. Schaap
Om drie uur vliegt Johan voor me langs, sleutels in de hand, en ik vang nog net iets op over een auto die écht nu even weggebracht moet worden. Ik word ondertussen warm ontvangen in de kantine, waar koffie in bekertjes klaarstaat en een rol koekjes – een mazzeltje met de inkoop, de verpakking was mislukt maar de smaak gelukkig niet – al snel over tafel rolt.
Aan tafel met een deel van de autocrew dwaalt mijn blik naar de muur, vol krantenknipsels. Daar hangt de opening van de WashKing, een langgekoesterde wens die nogal wat voeten in de aarde had. En mijn oog blijft hangen bij een artikel over kisten in speciale kleuren spuiten. Kisten? Doodskisten? Bij een autobedrijf? Dat móet ik horen. Het verraadt in ieder geval al dat er bij Autobedrijf Schaap meer gebeurt dan alleen tanken en sleutelen.
Wanneer Johan aanschuift en zijn broer Marco met consorten mij achterlaten met de koffie en koekjes, rollen de verhalen los. Ik vraag hoe lang de samenwerking met AVIA Marees eigenlijk al duurt. “Belachelijk lang, misschien wel te lang,” zegt Johan met een schaterlach die meteen duidelijk maakt dat hij het tegenovergestelde bedoelt.
We gaan bijna vijftig jaar terug. “Tijdens de kermis in het dorp – want daar worden de beste zaken gedaan, altijd onder het genot van een biertje – besloten mijn vader en Jan Karel Marees dat het pompje wat we toen hadden wel omgezet mocht worden naar een Marees Zelf Tank pomp. Later werd dat natuurlijk AVIA Marees. We begonnen met twee pompen: eentje voor diesel en eentje voor benzine.”


Op tafel ligt een oud pasje met gaatjes. Johan wijst erop: “We waren de eersten in Noord-Holland waar je met een pasje kon betalen. Alleen… die gaatjes wilden nog wel eens verstopt raken. Dan moest je er met een naaldje in prikken voordat ’ie het weer deed. En in het weekend kwam het ook nog wel eens voor dat er allerlei ingeslikte pasjes lagen, van mensen die dan maandag verhaal kwamen halen.”
Ik vraag of de WashKing-carwash en het tankstation elkaar versterken. Johan knikt. “Het is niet dat we overlopen worden, maar het is wel heel druk. Mensen weten ons steeds beter te vinden en waarderen de kwaliteit van de wasboxen. En soms zie je iemand zijn auto wassen en valt het op dat er echt iets met de banden moet gebeuren. Dan is het mooi als ze meteen naar binnen lopen en we het samen regelen. Die combinatie werkt gewoon goed. Net als de samenwerking met AVIA Marees: we zijn klant én leverancier van elkaar, maar bovenal verstaan we elkaar. Nuchtere Noord-Hollanders, geen flauwekul, gewoon oplossen. Dat is toch goud waard?!”
Dan kom ik terug op dat artikel over de kisten. Johan schiet in de lach. “Ja, dat was bijzonder. Normaal gesproken spuiten we natuurlijk geen doodskisten, maar dit keer wél. Er was iemand overleden uit India, en groen had een belangrijke betekenis. Het bedrijf dat dit normaal doet, kon niet helpen. Toen zijn wij gevraagd door het uitvaartcentrum. Dus ja, we hebben die kist in de juiste kleur groen gespoten, mét een band eromheen.”
Als ik later naar buiten loop, staan er twee auto’s te tanken en in de WashKing glanzen drie auto’s onder de regenbogen die het zonlicht in de waterdamp tovert. Vanuit binnen gaan de armen omhoog voor een groet. Hoe fijn dat dit soort familiebedrijven, met hun verhalen, warmte en samenwerking, nog altijd volop bestaan.